Een gezellige buurt ontstaat niet vanzelf. Daar moet wat voor gebeuren. De vraag is dan wie doet dat? We praten met Patricia van Koll (1983) en Liane Leijssenaar (1979) uit de Laan van het Kinholt. 

We zouden met Pasen iets voor de kinderen moeten doen, zeiden we tegen elkaar. Daarna hebben we met Koningsdag ook iets voor de kinderen georganiseerd. Spelletjes en luchtkussen kregen we via de sportcoaches. Jumbo en Lidl ondersteunden het idee met een lunch en fruit. Tijdens het Europees Kampioenschap voetballen hebben we met een stel ouders de straat versierd met allemaal vlaggetjes. Terwijl we zo bezig waren, is het idee ontstaan om op 25 september ook iets aan Burendag te doen. En dan begint het pas.

 

(foto: Hilde van der Horst - de Jong)

Burendag

Het is niet even een paar stoelen bij elkaar schuiven, wat koffiezetten en gebak kopen. Nee, het moest in verband met corona allemaal officieel via de gemeente. En steeds was het de vraag of het allemaal wel door kon gaan. Op zo’n dag leer je je buurtgenoten kennen. Omdat je tegenwoordig veel tweeverdieners hebt, is er minder onderling contact. Iedereen is druk. Als je elkaar kent, kun je elkaar ook ondersteunen als dat nodig is. En je moet opletten dat mensen niet vereenzamen.

Het doel dat we voor ogen hadden was: Je buurtgenoten beter leren kennen. En wat kun je voor elkaar doen? We hebben veel tijd in de organisatie gestoken en er was ook wel wat gedoe hier en daar, maar al met al kijken we terug op een geslaagde dag.

Wonen ze hier graag?
Patricia woont zes jaar in het laatste woonerf aan de Laan van het Kinholt rechts. Liane woont daar al achttien jaar. ‘Ik wil hier nooit meer weg’, zegt Patricia. ‘Ik heb goede buren. Ik heb het nog nooit zo fijn gehad.’ Ze spreekt uit ervaring want ze heeft op veel verschillende plaatsen gewoond. Liane woont ook met plezier op de huidige plek. Vlak bij het bos. Alles is goed bereikbaar. Maar af en toe bekruipt haar toch een gevoel van onbehagen. Ze vindt dat de criminaliteit in de wijk toeneet: Drugs, inbraken en spullen die uit de tuin gestolen worden.

Geen plek voor de jeugd
Beiden vinden dat de baldadigheid toeneemt. Ze hebben er vaak moeite mee hun kinderen buiten te laten spelen. Er zouden meer mogelijkheden van jeugdopvang moeten zijn. Voor kinderen van rond de twaalf jaar. Liane vertelt vol enthousiasme over haar eigen ervaringen van vroeger. Als kind kwam ze veel in de Sprokkel. Dat is allemaal wegbezuinigd. Waar moeten kinderen nu naar toe? Patricia en Liane zijn enthousiast over de free run baan, de skatebaan en de voetbalkooien, maar het ontbreekt er aan toezicht.  

Wensen
Het is niet eenvoudig om twee praatgrage dames in vijfhonderd woorden samen te vatten. In het kort nog een paar wensen. Er moet meer oog komen voor de problemen in de wijk. Bijvoorbeeld: opvang voor de jeugd, veiligheid en criminaliteit. Een grote wens die onlangs in vervulling ging, zijn de nieuwe speeltoestellen in het hofje. En tenslotte zouden ze het erg fijn vinden als iedereen meedeed met de activiteiten in de buurt. ‘Iets meer samenwerking zou heel mooi zijn!’


Wijkberichten 2021 I 4