Adri Schoonen trakteert de koorleden van het kerkkoor van de Franciscuskerk in Emmerschans op zelfgemaakte, overheerlijke ‘zwaantjes’. Ik denk: hier zit een verhaal in en zoek hem op. Hij woont bij me in de buurt.
'Het begon met een heftige jeugd. Ik ben in 1938 geboren in Roosendaal in een gezin met tien kinderen. Bij de bevrijding in 1944 werd onze stad gebombardeerd. Wij zijn gevlucht naar Rucphen. Toen we terugkwamen in ons huis, kwam er een jeep voor de deur. Mijn vader, die geen Engels sprak, overlegde met hen. Negen Engelse militairen hebben toen in de achterkamer geslapen. Bij de watersnoodramp in 1953 reed er ‘s avonds laat een bus door de straat met een omroepinstallatie. Er werd gezocht naar opvangadressen. We hebben maanden een gezin met twee kinderen uit Nieuw Vossemeer opgenomen. In de grote villa van de bankdirecteur werd niemand opgenomen. Zo gaat dat vaak. Omdat mijn vader jong overleed, was het voor mijn moeder moeilijk de eindjes aan elkaar te knopen. Mijn moeder had conservatorium gehad, maar moest zelfs haar piano verkopen. Ook ons huis aan de Van Gilselaan moesten we verkopen.’
(foto: Ted Schilder)
Geen 'blikken kok'
‘Mijn eerste baan was in Roosendaal bij een goede bakker. Van de chef van de zaak heb ik veel geleerd, bijvoorbeeld met dragant een suikerwerkmolen of -hekwerk maken. Daarna heb ik drie jaar gevaren. Ik verving de chef-patissier aan boord van de Westerdam van de Holland-Amerika Lijn. Ik was erg leergierig en werkte op alle afdelingen; zo leerde ik sauzen en koude schotels maken en vlees- en visgerechten bereiden. Na 24 reizen kreeg ik het advies om in Brussel de Franse keuken te gaan leren. Ik heb in België zeven jaar als kok gewerkt in verschillende plaatsen. Ik wilde telkens hogerop. Koken was mijn hobby. Ik was geen ‘blikken kok’, iemand die kookt door blikjes open te maken.’
Op de Engelse ambassade
‘Toen ik in 1976 op zoek was naar een nieuwe baan, hoorde ik dat op de Engelse ambassade een chef-kok gezocht werd. Ik belde op en werd uitgenodigd. De meeste koks werden al snel de laan uitgestuurd, maar ik heb er uiteindelijk 20 jaar gewerkt. voor acht of negen ambassadeurs. Ik woonde door de week op de ambassade en ging in het weekend naar huis in Middelburg. In mijn derde jaar op de ambassade werd ambassadeur Richard Sykes voor de deur van het Spaanse Hof, de ambtswoning, neergeschoten. Vermoedelijk door de IRA. Hij werd snel naar het ziekenhuis gebracht. Al het personeel zat overstuur bij elkaar. Na twee uur kwam de ‘lady’, de vrouw van de ambassadeur, en vertelde dat haar man was overleden.’
Belangrijke gasten
‘Ik heb nog voor Thatcher gekookt. Het cadeautje dat elk personeelslid na afloop kreeg, was afhankelijk van je positie. Als chef-kok kreeg ik bijvoorbeeld meer dan de butler. Voor veel leden van de Engelse koninklijke familie heb ik het diner verzorgd, bijvoorbeeld voor prins Charles en lady Diana, prinses Margaret en prinses Ann.
Mijn meest indrukwekkende ervaring was dat ik bij een bezoek van de koningin-moeder apart binnen werd geroepen in de balzaal. Zij ging staan en begon te applaudisseren en iedereen klapte mee. Ook Nederlandse ministers schoven vaak aan als er belangrijke gasten waren. Ja, het waren bijzondere jaren.’
Wijkberichten Emmerhout 2023 I 3